Afbeelding

Herdenken is ook nadenken

Verslaglegging

De twee minuten stilte op 4 mei om 20.00 uur precies zijn kostbare minuten. ‘Omdat die twee minuten stilte ons verbinden. Niet in een eenheid van denken, maar juist omdat we elkaar in stilte ruimte bieden. We hoeven elkaar even niét te overtuigen van ons eigen gelijk.’ Dat schreef Kustaw Bessems in de Volkskrant die dag.

Verslag: Gemma Eerdmans
Foto’s: Frans Lammerts

De wereld om ons heen is erg onrustig. Oorlogen zijn aan de gang en mensen voelen zich solidair met bepaalde bevolkingsgroepen. We horen dat, we zien dat. Maar op 4 mei heeft iedereen zijn eigen gedachten. Er is het verdriet voelen wanneer men terugdenkt aan de families die niet meer zijn teruggekeerd na de oorlog, omdat ze zijn vermoord. Men denkt aan Nederlandse soldaten die zijn ingezet in buitenlandse missies en die beschadigd terug zijn gekomen. Iets dat je niet altijd ziet aan de buitenkant, maar er wel is. Door dan twee minuten echt stil te zijn, tonen we respect voor elkaar.

Waardige herdenking in Nuenen
Ook in Nuenen was een waardige herdenking. Ondanks de regen hadden heel wat mensen zich verzameld bij het oorlogsmonument ‘Wederopstanding is bevrijding’. Na de kranslegging en het taptoesignaal speelde Brass Band Nuenen het Wilhelmus en was er de toespraak van de burgemeester Madeleine van Toorenburg. Zij refereerde aan het jaar 2004.

In 2004 ook heel onrustige tijden
‘Ook toen waren het zeer onrustige tijden. Theo van Gogh was vermoord. Brabant werd opgeschrikt door een brand in de Bedir basisschool in Uden. Het trieste dieptepunt tussen hoog oplopende ruzie tussen groepen jongeren. Het bleef lang onrustig. Overal zag je escalaties. In 2005 werd opnieuw in dezelfde school brand gesticht. De daders werden snel opgepakt en overgebracht naar justitiële jeugdinrichting De Leij in Vught. Ik was daar destijds directeur. Ook binnen de muren waren de spanningen behoorlijk opgelopen. Onderlinge afrekeningen moesten natuurlijk voorkomen worden. ’s Nachts klonk door de anders zo stille gangen, dreigende taal over en weer. We kwamen er al snel achter dat de meeste jongens die aan de brandstichting hadden meegedaan, meelopers waren.’

Nationaal Monument Kamp Vught
‘Net naast de justitiële inrichting ligt het Nationaal Monument Kamp Vught, een voormalig concentratiekamp. Op 6 en 7 juni 1943 zijn van daaruit alle Joodse kinderen per trein naar het vernietigingskamp Sobibor gedeporteerd. Meer dan 1000 kinderen vonden de dood. Een indrukwekkend namenmonument herinnert daaraan. Ik besloot een van de raddraaiers mee te nemen naar de herdenking destijds. Volledig ontdaan, lijkbleek, zat hij daar naast mij, kijkend naar de gedenkplaten met de 1269 namen. We wilden de jongen laten zien waar racisme toe kan leiden. We wilden door zijn schild van ongeïnteresseerdheid heendringen. Dat was gelukt!’

Oog in oog staan met geschiedenis
‘Wat deze jongen zag, zouden alle kinderen moeten zien. Wat mij betreft zou dat deel uit moeten maken van ieders opvoeding/opleiding om echt kennis te nemen van uitwassen van racisme, van discriminatie. Het begint dus bij opvoeding en onderwijs. En dan is oog in oog staan met de geschiedenis het meeste doeltreffend, tot de verbeelding sprekend. Ik noem hier expliciet de naam van Piet Swinkels, een jongen van nog maar 19, een verzetsstrijder die zijn toevlucht had gezocht hier in de Gerwense bossen. Ook hij is in kamp Vught vermoord. In hem heb ik net als die andere slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdacht.’

Afbeelding
Afbeelding